‘Fom an economy of occupation to an economy of genocide’*
‘Ik vraag nergens om’. Exarchia 2021.
Foto: Sylvia van de Garde
Sinds mensenheugenis (in dit land is dat: sinds de VOC)
heeft Nederland geen onderscheid gemaakt tussen politiek, handel, oorlog en moord.
Sinds de kabinetten-Lubbers en vooral sinds de kabinetten van Bolkestein- en Wildersadept Rutte** is het onfatsoen doorgeslagen
naar regelrechte aansturing op oorlog en genocide.
Want je hebt de gemiddelde Nederlander:
uitermate fatsoenlijk, godsvruchtig, politiek correct want racistisch en vooral bedrijvig;
dan heb je een hele poos niets
dan heb je zijn god (= ondanks tientallen kerken toch vooral: geld);
en na heel lang weer niets
krijg je ‘de anderen’:
achterlijk, arm dus minderwaardig, lui, dom en slecht want met een fout geloof of een foute kleur of een foute levensbeschouwing.
Alleen goed als stemvee, als negatief van de eigen godsvrucht en voor uitbuiting;
zodra die niets meer opleveren
zijn ze verwaarloosbaar tot voorbij het punt van eliminatie.
De gemiddelde Nederlander heeft daar geen enkel probleem mee: blond-blank-blauw
is de driekleur waaronder hij sinds ‘zijn mensenheugenis’
de wereld (lees: andere geloven en beschouwingen (‘heidenen’), ‘lege’ landen, resorts en parken) bereist, opeist en onderwerpt – van schandaal naar schandaal –
aan zijn narcistische, godsvruchtige en vooral racistisch-economische wetten.
Want: Wir wollen uns selbst! zei Heidegger in 1933 al.
SOMO, Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen – onafhankelijk
en zonder winstoogmerk – publiceerde kortgeleden een rapport***waaruit blijkt
dat er in de hele wereld geen land zoveel van Israëls genocide-economie profiteert
als Nederland.
Αssociatieverdragen, internationale wetgeving en onze grote bek over fatsoen ten spijt.
Wat traditie en ‘onze’ VOC-mentaliteit vermag!