De tachtigste herdenkingsplechtigheid voor Nederlands bevrijding van nazi’s en fascisten
werd een beschamende vertoning.
Lubbers-look-alike Schoof kreeg een rookbom naar hoofd en beleid:
peanuts vergeleken met de moordende bommen
die hij en zijn kabinet op de burgers van Gaza laat gooien
en peanuts naast de leugenachtige woorden
die hij nonchalant over ‘het volk’ uitstrooide:
‘vrijheid moet je beschermen’
op hetzelfde moment dat hij voor Gazanen opkomende demonstranten liet oppakken.
Hoe ‘moeten’ zij, hoe moeten wij de vrijheid – die voor iedereen geldt, toch, m-p van alle Nederlanders? – beschermen, dan?
Nu kun je Schoofs zin twee kanten op lezen:
is het mogelijk dat de m-p de andere interpretatie bedoelde:
dat de vrijheid óns moet beschermen
bijvoorbeeld tegen een amorele beroepsambtenaar die zichzelf tot premier schopte?
En tegen de zieke potentaten in zijn armzalige kabinet die ons
extreemrechts van het politieke én ethische spectrum
uitleveren aan hun persoonlijke, vaak perverse willekeur?
Graffiti in Thessaloníki, 2018.
foto: Sylvia van de Garde
